Wat zie je als je kijkt met ogen van compassie
Pastor Geert Rozema werkt als geestelijk verzorger in de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen aan de Rijn. Wat is zijn perspectief op mannen die hier gevangen zitten vanwege begane misdrijven?
Achtergrond
Geert begint enthousiast te vertellen als ik hem vraag waarom hij juist voor de gevangenis gekozen heeft als werkplek. ‘Van huis uit heb ik een hart voor de meest kwetsbaren, voor weduwe en wees, zoals dat in de bijbel staat. Ouderen, maar ook gedetineerden passen voor mij in dat rijtje, ook al weet ik dat de meningen over dat laatste verdeeld zijn.’
‘Voordat ik hier in Alphen kwam werken, was ik tien jaar pastor in een achterstandswijk in Arnhem. Daar speelde van alles: criminaliteit, huiselijk geweld, drugs, psychische problematiek. Die tijd in Arnhem heeft mij veel geleerd over de achtergrond van de jongens die hier zitten.’
Wat betekent het om in zo’n achterstandswijk op te groeien? ‘De muren van veel sociale huurwoningen zijn zo dun, dat je alles hoort wat er bij de buren gebeurt. Veel mensen zijn overdag thuis, omdat ze werkloos of arbeidsongeschikt zijn. En dus zit je boven op elkaars lip wat weer snel leidt tot ruzies en geweld. Kinderen groeien op daar waar drugs en misdaad normaal zijn. Dus tegen de tijd dat ze tieners zijn, hebben ze al drie – nul achterstand. Dan begrijp je ook dat het gros van de mannen hier al beschadigd was voordat ze hun delict gepleegd hadden’.
‘Na de tien jaar achterstandswijk in Arnhem was ik toe aan een kleinere, meer afgebakende wijk en daarom koos ik voor de PI. Deze locatie hier met 360 gedetineerden is als een mini wijk met een hogere geconcentreerde multi-problematiek dan ik in Arnhem tegenkwam.’
Méns zijn
‘De gevangenis is een totaal systeem met vaste structuren voor de gevangenen; ’s ochtends werk, gelucht worden op de binnenplaats, ’s middags keuzeprogramma en de volgende dag in omgekeerde volgorde. Deze vaste routine kan ertoe leiden dat gevangenen lethargisch worden. Daarnaast geldt tussen gevangenen onderling het recht van de sterkste; het is daar een eenzame, harde wereld.’
Geert vervolgt, ‘mijn doel is deze mannen te laten zien dat ze méér dan hun misdaad zijn, dat ze méns zijn met talenten. Het is zoals Daniel Lohues zingt: “Aardig doen tegen mensen die niet aardig doen, want die hebben dat het hardst nodig.” Juist deze open houding zonder veroordeling maakt dat mannen hier zich in deze kamer welkom voelen en hun hart bij mij durven te luchten. Het grootste compliment wat ik gekregen heb, is van een gevangene die tegen mij zei: “jij bent niet bang voor mij.”
Sta op!
Diezelfde bewogenheid maakt dat Geert ook niet bang is om gevangenen aan te sporen om op te staan vanuit hun lethargie en verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven.
‘Er zijn gevangenen die gebukt gaan onder schuldgevoel door wat ze gaan hebben. Anderen, vaak drugsdealers, ontkennen dat zij slachtoffers gemaakt hebben. Ik stel hen dan de vraag; hoe is het voor de achterblijvers dat jij in de gevangenis zit, voor je ouders, je gezin? Als dan het kwartje begint te vallen, is mijn volgende vraag: hoe kun jij je verantwoordelijkheid hierin nemen?’
‘Dat kan best ingewikkeld liggen, bijvoorbeeld, als de vader de band met zijn kinderen wil aanhalen, terwijl zijn (ex)-partner dat weigert. Ik overleg regelmatig met Expertisecentrum K I N D wat in zo’n geval wijsheid is. Zo is er een vader die helemaal geen contact mag hebben met zijn kinderen van zijn ex. Hij schrijft daarom elke week een brief met een datum erboven, zodat zijn kinderen die brieven kunnen lezen als hij eenmaal uit de gevangenis komt. Dan weten zijn kinderen in ieder geval na afloop dat hun vader echt aan hen gedacht heeft.’
Creativiteit
Om vaders in detentie te helpen hun vaderrol in te vullen is er een voorleesgroep opgericht in de PI. Vrijwilligers voeren dit uit. De vader wordt op de video opgenomen terwijl hij het boek voorleest. Deze video wordt later verstuurd naar zijn gezin, zodat zijn kind op die manier toch voorgelezen kan worden door zijn vader.
‘Eén man wilde wel graag meedoen, maar hij was analfabeet,’ vertelt Geert. ‘Hij besloot om zelf een verhaaltje te bedenken bij een prentenboek zonder plaatjes. Toen hij dat deed, kwam hij erachter dat hij dit goed kon en het heel leuk vond om die verhaaltjes te bedenken. Zo kwam er hij achter dat hij creatief is. Hij krijgt nu taalles van een vrijwilliger omdat hij ook graag wil leren lezen. Laatst heeft hij in mijn bijbelstudie groep een klein stukje uit de Psalmen voorgelezen; het ging langzaam, maar wat kreeg hij een applaus van de andere mannen toen hij klaar was! Wat mooi om zo iemand in zijn kracht op te zien staan! En dat is wat ik alle mannen hier in de P.I. toewens: dat ze zich geliefd gaan weten en tot hun bestemming zullen komen.’
Dit artikel is geschreven door Liesbeth Van Luipen, van Het Verhaalatelier met dank aan Geert Rozema, Pastor in de PI Alphen aan de Rijn.
Klik hier voor het originele artikel en voor de website van het expertisecentrumkind