Familie
Met mijn zoon scharrel ik door Parijs. Vandaag Quartier Latin en de Notre Dame. Wat een imposante kathedraal, het voelt hier speciaal, alsof ik een stapje dichter bij God ben.
De volgende dag van onze motorvakantie zijn we in Chartres, en ook hier lonkt de kathedraal. Ondanks dat ik in het 'normale' leven niet vaak in een kerk kom, voelt het hier alsof ik elke kathedraal, elk romaans kerkje, elke plek met een kruis moet bezoeken. Op een of andere manier voel ik me op deze plaatsen verbonden met de mensen die hier gedurende eeuwen hebben gelopen en gebeden.
Een week later sta de weer thuis in de keuken als een arrestatieteam de voordeur inbeukt en ik even later in een betonnen hok van drie bij twee meter mijn zonden mag overdenken. Van enige verbondenheid is geen sprake meer, alleen maar pure eenzaamheid. Verlatenheid. Schuldbesef.
De tijd verstrijkt, de dagen worden korter, kerst nadert en mijn zelfvernietigingsdrang neemt de overhand. De eenzaamheid knaagt en het leven heeft eigenlijk geen zin meer. Denk ik.
Ik krijg een hand van een vrijwilliger. Ik krijg een kopje koffie aangereikt. Ik krijg een uitnodiging voor een Alphacursus. Een geestelijke verzorger neemt elke week de tijd om een uur met me te praten. De klotewereld waar ik me in bevind blijkt wat lichtpuntjes te bevatten. En ik zie ze. Blijkbaar zijn er mensen die niet gelijk oordelen. Die mij als mens zien en me leren anders naar mezelf te kijken. Die zelfs beweren dat er Iemand is die alles vergeeft, ook al geloof ik dat niet, dat lijkt me onmogelijk. Vooralsnog. Maar ik bespeur ook twijfel bij mezelf. Het was zo makkelijk om dood te willen zijn, en nu moet ik door al die aandacht weer nadenken over het leven.
Stel je voor dat ik over een aantal jaren samen met mijn zoon een kaarsje brand in de Sagrada Familia... dat is dan voor al die mensen die zich als mijn familie hebben gedragen.
Geschreven door R.R.
R.k. Justitiepastor Petra